Ik heb een moeilijke band met mijn moeder. Van kinds af aan al eigenlijk. Ik had altijd het gevoel dat ik niet goed genoeg was. Ze was erg kritisch op mij – en dan vooral op mijn uiterlijk. Al in groep 8 werd ik op dieet gezet. En werd mijn postuur vergeleken met dat van vriendinnen. Als ik nu foto’s van mezelf terugzie, doet me dat zeer. Want ik zie een jong meisje met een onzekere blik. Verlegen glimlach. Maar wat ik niet zie, is een dik kind. Integendeel. Mijn trigger ‘niet goed genoeg’ heeft daar ergens zijn oorsprong.
Ik paste me aan om op een positieve manier op te vallen. Voor goedkeuring of zo. Van winkelen hield ze niet. Ik dus ook niet. Al vond ik het met vriendinnen altijd wél leuk. Deed onbewust vooral de dingen die zij leuk vond. Daardoor ontdekte ik dat haar talent voor schrijven geërfd heb. Ik begon met schrijven voor de schoolkrant en daarna bij de lokale krant waar mijn moeder werkte. Uiteindelijk had ik dankzij mijn moeder tijdens mijn studie een bijbaantje op de radio-redactie bij het sportprogramma van Omroep Flevoland. Ik ging met haar mee als ze verslag moest doen voor de krant. Voetbalwedstrijden in Zeeland waar we via België naar toe moesten, omdat sv Urk streed om het landskampioenschap. Tijdens de Elfstedentocht in 1997 reden we heel Friesland door omdat een van de broers Van Benthem uit de Noordoostpolder kwam en in de kopgroep mee schaatste. We waren nét te laat voor de finish, maar er kunnen denk ik niet veel mensen zeggen dat ze in Leeuwarden nog net niet op het ijs stonden. Mooie herinneringen.
In gesprekken kiest mijn moeder vaak de rol van ‘advocaat van de duivel’. Wat soms fijn is, maar lang niet altijd. Soms wil je gewoon een arm om je heen en je verhaal kwijt. Voor advies of als ik ergens mee zat, klopte ik aan bij mijn vader of mijn tantes. Die begrepen me beter. Maar op haar eigen manier was ze er wel altijd voor mij. Mijn moeder was degene die het voor me opnam toen ik letterlijk alleen in het ziekenhuis zat met Robin en ze zag dat ik er bijna aan onderdoor ging. Ze schopte stennis met mijn ex-man en kwam voor me op omdat ze vond dat hij me in de steek liet.
Ze vond haar rol als oma lastig in het begin. Toen ik vertelde dat ik zwanger was, was ze 46 en voelde ze zich duidelijk veel te jong om oma te worden. (Ik moet er zelf nu ik 44 ben ook nog niet aan denken trouwens 😂.) Als ik vroeg naar haar ervaringen van toen ze zelf zwanger was van mij, wist ze zich daar niet veel van te herinneren. Ze werd nukkig van mijn vragen. Ook toen kreeg ik mijn info van mijn tantes en mijn schoonmoeder en schoonzusje. Dat vond ik wel eens lastig. Want voor sommige dingen wil je gewoon bij je moeder aankloppen.
Maar voor praktische dingen was ze er altijd. Ik hoefde maar te bellen, of ze paste op. Bij Robin in het ziekenhuis. Ze durfde ook medicijnen te geven en andere handelingen zoals zijn stomazorg nam ze ook op zich. Om mij te ontlasten. Zodat we op vakantie konden. Of een avondje naar de bioscoop of zo. Ook voor de meiden stond ze altijd klaar. Logeren; met de trein naar haar woonplaats. Of ze bleef in mijn huis logeren als ik de deur uit moest tijdens mijn weekends met de meiden. Dankbaar ben ik daarvoor. Zeker toen ik er naar mijn scheiding alleen voor kwam te staan, stond ze voor me klaar. Altijd. Wanneer dan ook.
De laatste jaren werd ons contact minder. Ze had het zwaar sinds het overlijden van Robin. Want een paar maanden daarna lag ze zelf op de operatietafel: ze heeft een hersentumor die nooit helemaal verwijderd kan worden, omdat een deel van de tumor op een plek zit waar ze niet bij kunnen. Na de eerste operatie in 2011 gleed ze af. En hoewel ik het regelmatig heel spannend vond, vroeg ik haar toch nog steeds om op te passen op de meiden. En dat deed ze.
Ik houd de reden waarom liever privé, maar ik koos er bewust voor om afstand te nemen. Ik bezocht haar de laatste drie jaar niet zo veel. Beleefdheidsbezoekjes. Verjaardagen. Omdat mijn kinderen er om vroegen, omdat we er al zo lang niet geweest waren.
De laatste tijd kom ik er weer vaker. De tumor groeit en ze wordt hulpbehoevend omdat ze de laatste maanden hard achteruit gaat. En dat doet zeer. Ze was na haar eerste twee operaties al niet meer de carrièrevrouw die ze altijd was. Maar nu? Nu is er niks meer van haar over voor mijn gevoel. Ze is blind geworden door die tumor achter haar rechter-, en een infarct in haar linkeroog. Thuiszorg komt drie keer per dag om te helpen. Mijn broertje komt, mijn zusje gaat naar alle onderzoeken in het ziekenhuis mee en ik spring bij waar ik kan. En dat is lastig soms – met alle struggles die ik het afgelopen jaar had en heb, is mijn energiebalans snel van slag. Ik voel me soms schuldig – vooral richting mijn zusje – maar weet dat ik mijn grenzen akelig goed in de gaten moet houden om niet wéér in de ziektewet te belanden. Twee uurtjes bij mijn moeder en ik kan de rest van de dag niets meer. Een bezoekje trekt mijn batterij in korte tijd helemaal leeg.
Het maakt me zo verdrietig haar te zien aftakelen
Want echt, het is zo vreselijk moeilijk om haar achter een rollator door haar appartement te zien schuifelen. Botsend van muur tot muur om zich te oriënteren. Tastend richting koffiekopje, intens blij omdat ik die voor haar gezet heb. Omdat ze al een dag geen koffie heeft gehad. Ze heeft moeite met slikken en daardoor knoeit en kwijlt ze. Het maakt me zó verdrietig dat ik mijn tranen weg moet dringen. Bezoek is voor haar een verademing, want ze is erg veel alleen thuis. Ze is dan ook geen seconde stil als je bij haar bent. Ze gunt zich amper rust om te eten. Een soort niet-ADHD hyper modus.
Er komt snel hulp om haar te leren omgaan met blind zijn. Ik hoop oprecht dat het haar kleine wereldje weer wat groter maakt. Want zoals het nu is… Ik vind het meer dan confronterend. En hoewel onze band dus moeizaam is, vooral vanuit mij, doet het me zeer haar zo te zien. Een schim van wie ze was. Alleen en kwetsbaar.
Stiekem hoop ik dat ik op een morgen een telefoontje krijg dat ze in haar slaap overleden is. Want ik vrees de komende maanden, waarin haar lijden nog groter wordt omdat ze alleen maar harder achteruit zal gaan. De tumor gaat nooit weg. En er zijn qua behandeling niet veel opties meer – alleen nog om tijd te kopen. Kut kanker.
4 gedachten over “Kut kanker.”
Verdrietige blog Nienke, ik wens je heel veel sterkte toe om je mams te blijven steunen ook al zal dat niet altijd meevallen.
Ik morst ook denken aan wat gewoon Naoom vandaag schreef, dat zo’n laatste periode ook juist iets heel moois kan zijn.
Ik hoop dat je het (tzt) positief kan afsluiten en je nog wat mooie momenten hebt om aan terug te denken🍀❤️
Ik hoop ook dat ons nog mooie momenten te wachten staan de komende tijd. Dank je voor je reactie 🫶🏻
Heel veel sterkte, Nienke.
Dankjewel Peter