Het overlijden van mijn moeder hakt er in. Omdat ik niet alleen mijn eigen verdriet heb, maar ook mijn meiden pijn zie lijden. Hartverscheurend. Tijd om te rouwen heb ik eigenlijk niet. Want ik ‘moet’ meteen door naar de volgende horde. Mijn buikwandcorrectie. Na 5 maanden op de wachtlijst was het afgelopen maandag zover, amper een week na de uitvaart.
Toen het steeds slechter ging met mijn moeder was ik zelfs bang dat de operatie niet door kon gaan. Daar voelde ik me natuurlijk schuldig over. Want ja, je moeder gaat dood en jij denkt alleen maar aan je eigen operatie! (Dank je voor die fijne totaal niet helpende gedachten Truus) Maar als je lang op iets wacht, er maandenlang naar uitkijkt, dan baal je gewoon als het niet door kan gaan. Ik had al besloten pas op het laatste moment af te bellen. En met mijn zwager al gekscherend besproken dat hij me anders desnoods in een rolstoel bij de uitvaartdienst zou rondracen. Ik was best wel opgelucht dat er geen sprake van was.
Ik was bij de opname nog behoorlijk rustig, maar toen ik in de wachtruimte voor de OK even alleen lag, kwamen toch de tranen. Spanning, verdriet, angst. Bang om niet meer wakker te worden na de narcose. Terwijl Robin 36x of zo onder narcose geweest is. Perspectief dat ik even nodig had op dat moment. Schouders er weer onder. Schietgebedje. Kus op mijn tatoeage. En ik was weer rustig.
Ik typ dit, dus ik werd natuurlijk gewoon weer wakker 😉. Met een strakke buik. Drains. En spierpijn. Niet normaal zoveel spierpijn. Maar hey. Ik mag uit de achtbaan. Twee weken herstel thuis zonder te werken en daarna langzaam weer aan de slag. Twee weken tijd om stil te staan.
Te verwerken.
Te rouwen.
Maar daarna met een strak lijf de zomer in. Eindelijk weer durven.